Toen Georgette begon te sukkelen met haar evenwicht woonden we nog thuis.
Ze deed nog steeds heel het huishouden, en wilde geen hulp in huis.
Voor haar was het moelijk om vreemde mensen in huis toe te laten en daarnaast had ze het moeilijk om te aanvaarden dat ze achteruit ging.
Ze was altijd een erg sterke en zelfstandige vrouw geweest. Ze zei altijd: "ik heb in de oorlog voor 12 mensen gezorgd. Dit zal nog wel gaan zene".
Maar eigenlijk ging het echt niet meer. De Parkinson maakt dat ze veel viel en dat ze ook minder buiten durfde doordat ze zich schaamde.
Eerst kwam er poetshulp en al snel had die dame gezien dat we meer hulp nodig hadden.
Door deze hulp aan huis konden we toch nog blijven wonen.
De dokter kwam toen al elke week langs. Maar de toestand verergerde en na die fatale val in februari moest ze in het ziekenhuis. Ze is nooit meer teruggekomen naar huis.
Nu zit ze hier goed en kunnen de verpleegsters en de dokters haar alle hulp geven die ze nodig heeft.
Het sympathieke is wel dat ze me betrekken bij de zorgen voor Georgette. Zo krijg ik telkens de kans haar mee in bad te steken en haar haren te wassen. Ik weet dat ze daar erg van geniet.

Kan je een nieuwe dienstverlening bedenken voor Remi en Georgette vertrekkende vanuit hun buren? Hoe kan je dat structureren?