Madelijn Mechels
92 jaar
Weduwe zonder kinderen
Thuiswonend
Rolstoelgebruikster
Madelijn, een 92-jarige zelfstandige vrouw met een passie voor handwerk
Hallo, ik ben Madelijn en woonde naast Nestor toen hij nog in de Leliestraat woonde. Ook al ben ik niet meer zo goed te been, toch trek ik nog goed mijn plan. Mede dankzij 2 jongere vriendinnen kan ik nog steeds in mijn eigen huisje blijven wonen. Mijn benen zijn al versleten maar mijn ogen zijn nog zeer goed. Gelukkig maar want ze komen goed van pas bij mijn handwerkjes en het naaien. Ramses, de kat van de buurman, geniet mee van de rust in huis en houdt me vaak gezelschap.
Ik woon in een klein rijhuisje niet zo ver van het station. Het huisje is mijn eigendom. Gelukkig maar, want dat stelt me gerust voor de toekomst.
Het moment komt nu wel dichtbij dat er enkele renovatiewerken aan moeten uitgevoerd worden.
Och, ik heb alvast het huis nog, moesten er grote onverwachte uitgaven aankomen. Je weet maar nooit.
Het huisje wordt verwarmd met 2 gaskachels en 3 elektrische vuurtjes. Daar kan ik lokaal wat mee bijverwarmen.
Dit komt van pas op koude dagen als ik lang stilzit, bijvoorbeeld als ik zit te naaien.
Ik gebruik een rollator om me in huis te verplaatsen; ik sukkel eigenlijk wel wat met mijn benen.
Mijn bed is ook verhuisd naar het gelijkvloers.
De bovenverdieping wordt nu niet meer gebruikt.
Het onderhoud van het huis wordt deels door de poetsvrouw gedaan die elke week komt.
Daarnaast komen de 2 dochters van mijn overleden vriendin regelmatig langs om bij te springen. Soms gaan we samen winkelen. Dat is heel leuk.
Deze dames zijn zelf ook al in de 70 hoor!
Bij zware klussen kan ik beroep doen op mijn vriendelijke buurman Johan; die is maar 40 jaar jong.
Ik hoop dat ik in dit huis kan sterven. Opnieuw verhuizen naar een rusthuis... ik weet niet of ik dat kan.
Toen Achiel, mijn man zaliger, nog leefde, gingen we heel vaak op stap.
Na zijn dood, 8 jaar geleden en door mijn slechte benen heb ik erg veel problemen om zelfstandig te wandelen. Zelfs met de rollator gaat het zeer traag.
Ik loop wel een groot risico om te vallen; bijvoorbeeld als het voetpad niet vlak is of het trottoir te hoog ligt tegenover de rijweg.
Daarom ga ik het liefst met de rolstoel op pad.
Ik besef heel goed dat een ernstige val het einde kan betekenen van mijn vrijheid in mijn eigen huis.
Ik ken wel wat mensen die na een val in het ziekenhuis geraakt zijn. Door de lange revalidatie zijn ze nooit meer kunnen terugkeren!
Op straat is er soms nog een ander gevaar.
Ik weet dat oudere mensen een makkelijke prooi zijn voor criminelen; ik ben zelf al eens overvallen; in mijn eigen huis nog wel! Ik ben nu wel extra voorzichtig.
Ik ga graag een keer met één van de 2 zussen (mantelzorgers) shoppen.
Mijn favoriete winkels in Gent (naai- en kledingwinkels natuurlijk) zijn niet goed bereikbaar met de wagen. Ik ga dus naar Deinze.
Ik mis het centrum van Gent wel, maar de uitstapjes naar het centrum zijn nu eenmaal te vermoeiend voor ons.
Heel af en toe, als mijn vriendinnen mij niet kunnen voeren, neem ik met taxicheques alleen de taxi.
Ik doe het niet zo graag; want ik ben pas gerust als ik terug thuis ben.
Als ik burgemeester-voor-één-dag zou zijn, ... dan zou ik zeker de kwaliteit van de voetpaden in onze wijk verbeteren.
Door de slechte toestand durf ik, en ook nog 3 andere kennissen uit mijn buurt, niet meer alleen de deur uit.
Wanneer ik met mijn vriendinnen in de rolstoel op pad ben, dan zorgen we er voor dat we zeker alle kasseizones in het centrum vermijden.
Dat vraagt veel te veel inspanningen van mij en ook van mijn rolstoelduwsters; die zijn al voorbij de 70 jaar hoor.
Een ontspannend avondje uit?
De rolstoel en de vele culturele avondvoorstellingen houden me tegen om nog op stap te gaan.
Ik heb er vrede mee dat ik niet meer actief in groep meekan.
Ik krijg veel hulp van mijn omgeving; maar ik geniet des te meer als ik iets kleins kan terugdoen.
Met mijn naaimachine verstel ik, repareer ik en creëer ik kleine en grote naaiwerken; dat vinden de mensen die me kennen erg leuk.
Ik voel me goed als ik iets waardevols kan doen voor anderen.
Tegenwoordig ga ik nog maar 2u per week naar het LDC toe. De redenen zijn verschillend.
Meestal zijn de activiteiten meer gericht op jongere en mobielere ouderen.
Daarnaast is de mentaliteit serieuzer geworden. Ze bekijken ons al raar wanneer we met een groepje eens voluit doorlachen.
Tot slot is de akoestiek er een drama; dat is heel lastig met mijn gehoorapparaat.
Ik kan op drukke dagen de conversaties nog moeilijk volgen en dan ben ik snel uitgeput.
Ik mis die goede momenten van weleer wel. Het LDC (De regenboog) is hier vlakbij.
Meer dan 20 jaar was ik daar actieve vrijwilligster.
Ik heb er zeer goede herinneringen aan over gehouden, maar de tijden zijn veranderd.
Eenzaam? Nee ik ben verre van eenzaam.
Ik word omringd door gouden mensen; 24 karaats goud, echt waar.
Ik merk dat de jeugd in het bijzonder, maar de maatschappij in het algemeen harder en egoïstscher wordt.
Wij ouderen zijn zwakker en hebben daar vaker onder te leiden.
Ik kan nu niet direct een voorbeeld bedenken, maar je merkt dat men minder geduld heeft met ouderen, bijv. in een winkel.
Werken voor een baas, dat heb ik weinig gedaan. Maar vrijwilligerswerk des te meer.
Toen ik jonger (en mobieler was) gaf ik in het plaatselijk LDC ouderen les in snit en naad en borduren.
Dagen bracht ik er (lachend) door en zo leerde ik een hele hoop mensen kennen.
Zelf pikte ik af en toe een andere creatieve opleiding mee.
Zo bleven mijn dagen afwisselend en boeiend.
De laatste jaren is, mede door mijn beperkte mobiliteit, mijn participatie in het LDC verminderd.
Tegenwoordig zijn mijn dagen minder gevuld dan vroeger. Soms heb ik het daar moeilijk mee omdat de dagen ook zo eentonig geworden zijn. Afwisseling is erg leuk, maar als ik eerlijk ben, komt dat niet zo vaak voor.
Mijn oude benen willen niet meer zo mee, maar mijn ogen zijn nog erg goed.
Zeker nadat ik eerder dit jaar een cataract operatie onderging aan beide ogen. Hierdoor kan ik nog steeds moeiteloos kleine teksten lezen.
Ik verkies modebladen en roddelmagazines boven de krant. De krant staat voor mij veel te vol met politiek en doodslag. Daar heb ik geen boodschap aan.
Het nieuws is al even erg. Heel af en toe volg ik nog een keer het nieuws, maar vaak ben ik dan weer teleurgesteld.
Teletekst! Da's pas een uitvinding. Met deze techniek kan ik heel snel vooruitspoelen naar het nieuws dat mij echt interesseert.
Ik zou graag leren werken met de computer, maar ik heb geen geld om er één te kopen.
Ik weet dat er op het internet vele interessante dingen staan en ik zou ze graag ontdekken.
Om van de lokale initiatieven op de hoogte te blijven, lees ik af en toe de Wijs.
Maar doordat ik weinig kan deelnemen, doe ik dat steeds minder en minder.
Doordat ik vroeger intensief in het LDC heb geholpen, weet ik dat het OCMW een groot aanbod heeft aan diensten voor de ouderen.
De nieuwe evoluties verneem ik vooral dankzij Anita, een medewerkster die ik nog regelmatig ontmoet.
Zo krijg ik 1 maal per week poetshulp en regelmatig kleine huishoudelijke hulp aan huis.
Ik beschik over een personenalarmsysteem met een drukknop rond mijn hals. Dit kwam vorig jaar nog van pas toen ik in mijn eigen huis werd overvallen. Door mijn snelle reactie werd de alarmcentrale gebeld en werden de belagers afgeschrikt.
Naast de professionele zorg, word ik omringd door 2 vrijwilligsters (kinderen van een overleden vriendin).
Zij helpen me bij allerlei grote en kleine dingen.
Boodschappen doen, de tuin onderhouden, gezellige kleine uitstappen, enz.
Doordat deze dames zelf ook al ouder zijn,kunnen ze echter niet alles doen.
Gelukkig is er Johan. De buurman van 40 die met plezier kleine technische klusjes opknapt.
In ruil hiervoor verkort ik zijn broeken.