Sluit

Cecile en Leonard Cuppens
73 en 74 jaar
Hij gaat naar de dagopvang
Zij heeft MS

Cecile (73) en Leonard (74), een koppel dat toe is aan een pauze

Hallo ik ben Cecile en ben getrouwd met Leonard. We zitten momenteel in een moeiljke periode omdat de zorg voor mijn man erg zwaar is geworden. Gelukkig gaat hij nu af en toe naar de dagopvang zodat ik kan uitrusten. Nestor ken ik niet persoonlijk, maar via Remi die ik van vroeger ken in de schuttersclub.

Huisvesting

In 1974 zijn we hier komen wonen. Toen was onze zoon Karel 6 jaar.
We kregen deze sociale woning van de stad toegewezen en kwamen gelukkig schuin tegenover mijn schoonouders te wonen.
Het huis is klein maar voldoende voor ons. In 2003 zijn we 3 maanden in een ander huis gaan wonen omdat dit gerenoveerd werd.
Ik had het geluk dat ik voor mijn ziekte (MS) enkele aanpassingen heb mogen laten doen dankzij mij lidmaatschap van het VAPH.
Zo hebben ze het aanrecht in de keuken verlaagd en de onderste kasten verwijderd. Ik kan nu al zittend koken.
Daarnaast hebben ze een speciale WC en bad geïnstalleerd. Ook hebben ze een oprijvlak gemaakt aan de voor- en achterdeur om makkelijk met mijn rollator te kunnen passeren.
De huishuur is een hele som uit ons budget elke maand. Gelukkig heeft de stad het goed geïsoleerd waardoor de energiekost goed meevalt.
De toekomst? Daar maak ik me echt zorgen in.
Leonard zal naar het rusthuis gaan als zijn longontsteking beter is en hij uit het ziekenhuis komt, dat is zeker.
De laatste keer dat ik daar over sprak, werd hij heel boos. Hij is ook bezorgd denk ik.
Ik vrees dat we dan alles niet meer kunnen blijven betalen. Ik vrees dat Karel financieel zal moeten bijspringen en hij heeft het al niet zo gemakkelijk.
Ik zou het erg vinden als ik hier zou moeten vertrekken. Niet alleen voor de buren die ik al bijna 40 jaar ken, maar ook om dit huis.
Waar kan ik een appartement vinden met een aangepaste keuken en badkamer?

Mobiliteit

Zoals je kan zien kan ik niet meer wandelen zonder ondersteuning van mijn rollator of krukken. Gelukkig heb ik mijn 'booster' (elektrische rolstoel).
Wist je dat Leonard hem bij elkaar heeft gespaard met een benefiet op zijn vissersclub?
Met mijn booster kan ik nog zelfstandig naar de bank, de winkel en enkele vrienden.
Dat is écht mijn vrijheid want de bus of de tram kan ik niet meer nemen. De chauffeurs hebben geen geduld meer en hulp om op of af te stappen mogen ze niet geven. Openbaar vervoer is gratis, maar daar stopt het dan ook.
Soms ga ik met Karel, mijn zoon, naar de winkel en duwt hij de rolstoel.
Ik vind dat eigenlijk vervelend omdat ik dan beperkt ben als ik zelf producten wil bekijken en daarnaast ben ik eigenlijk te fier om zo laag in een rolstoel te zitten.
Als ik de mensen dan iets vraag, antwoorden ze altijd naar Karel alsof ik het niet zou begrijpen.
Soms bel ik ook één van de vrijwilligers van het clubhuis die me dan komen halen voor een feest of een bijzondere gelegenheid.
Ik heb ook taxicheques, maar de taxi gebruik ik alleen als laatste redmiddel.

Publieke ruimtes en gebouwen

Heb je al eens in zo'n Booster gereden? Ge moet dat eens proberen. Van hier tot aan het het ziekenhuis.
Weet ge wat? Eigenlijk zou de Burgemeester eens moeten meerijden en dan zou hij misschien wat meer investeren in de fiets- en voetpaden.
Onlangs waren ze aan het werken en was er een smal padje voor de fietsers.
Ik kon er niet eens op. Ik moest op de rijweg en het was 's avonds en dus al donker.
Ik zeg u, het was levensgevaarlijk.
Wat wel een verbetering is, zijn de nieuwe banken aan het park hierachter.
In de zomer ga ik met de rollator al eens een keertje naar daar als het 's middags te warm is in huis en met die nieuwe banken kan ik rustig genieten in de schaduw.

Sociale participatie

Toen Leonard zijn beroerte nog niet had gekregen ging hij altijd vissen met zijn fiets.
En omdat ik niet heel de dag thuis wilde zitten, volgde ik cursussen bij het LDC en het clubhuis.
Schilderen, wenskaarten maken, zijdeschilderen, kantklossen; ik heb het allemaal gedaan.
Nu, met de zorgen voor Leonard komt het er niet meer van.
Mijn vriendin vraagt me nog elke keer mee, maar ik kan het huis hier zo moeilijk alleen laten.
Ik heb nog zoveel werk. Soms, als ik dan toch alleen thuis ben en me wat eenzaam voel, pak ik mijn booster en rijd ik naar Jannine.
Zij werkt in het café waar Leonard altijd ging biljarten. Na een koffietje en wat lachen ben ik dan weer blij dat ik thuiskom.

Sociale betrokkenheid en respect

Ik woon hier echt graag weet ge? Zelfs de jonge gasten hier kennen mij.
Dat komt omdat ze hier elk jaar een wijkfeest houden en dan doe ik zeker mee.
Vorig jaar was er een karaoke en heb ik nog liedjes uit onzen tijd gezongen. (Cecile begint spontaan te zingen:" Daar bij die molen, die mooie molen, ...").
De kinderen kwamen dan allemaal kijken naar mijn booster en de kleinsten mochten dan een ritje maken met Cecileke.
Het was voor hun precies een kermis. (ze zucht) Het zou toch zonde zijn als ik moest verhuizen.

Actieve participatie en werkgelegenheid

Zelf heb ik nooit gewerkt. Leonard die zorgde zo goed voor mij; dat was ongelofelijk.
Als hij ging vissen had hij 's morgens de tafel al gedekt en de aardappelen geschild.
In het LDC heb ik maar af en toe vrijwilligerswerk gedaan. Door mijn benen, kan ik niet achter de toog staan of opdienen.
Ik ging dan bij het toneel bij de CD-speler zitten om hem te bedienen of soms zat ik aan de kassa.
Ik geniet er wel van om samen met anderen te werken en tegelijkertijd wat bij te praten.

Communicatie en informatie

Kijk, hier op mijn rollator. Dat is mijn band met de buitenwereld (ze toont haar rollator met de 3 draagbare toestellen).
De GSM gebruik ik als ik op weg ben, de draadloze telefoon om gewoon te bellen en dat is de afstandsbediening van de TV.
Ik blijf op de hoogte dankzij de magazines van de mutualiteit en het OCMW en soms lees ik een krant in het LDC.
Karel, mijn zoon, gaf me in 2009 zijn oude laptop.
Ik heb daarna een computercursus gevolgd op het LDC zodat ik nu zelf kaartjes kan maken. Ik speel er ook spelletjes op; meestal Patience.
Of ik op internet ga? Neen dat durf ik niet en ik weet trouwens niet of dat wel kan.
Ik denk dat ik dan eerst Telenet moet bellen.
Ik heb ook schrik van al die virussen. Het zou zonde zijn als mijn laptop stuk zou gaan, daarom blijf ik er voorlopig van weg.
Mijn kleinkinderen vroegen onlangs of ik ook op Facebook zat, maar ik wist niet wat dat was.
Ik las wel dat ze cursussen geven in de het lokaal dienstencentrum. Misschien dat ik eens zal informeren.
Voor Leonard is dat wel veel minder. Sinds zijn beroerte kan hij niet meer spreken. Hij mompelt vanalles en als ik het niet onmiddellijk versta, wordt hij chagrijnig.
En het ergste is dat hij analfabeet is. Hij kan het dus ook niet opschrijven. Dat is echt frustrerend.
Ik heb hem jaren geleden al gezegd dat hij moest leren schrijven, maar hij was te beschaamd en te lui om er iets aan te doen. Nu zitten we met de gebakken peren.
Ik zie dat hij Familie en andere soaps nog wel kan volgen op televisie.

Openbare en gezondheidsdienstverlening

Ik mag zeker niet klagen. Mijn MS evolueert maar langzaam in vergelijking met deze van mijn tweelingzus.
Ik heb mijn medicijnen, mijn booster en mijn rollator.
Voor de rest kan ik nog goed uit de voeten.
Ik krijg eenmaal per week hulp van Rosa die me helpt bij het wassen.
Daarnaast is er 1 maal per week gezinshulp voor kleinere dingen (koken of wat boodschappen doen) enz.
Karel heeft voor mij een microgolf gekocht zodat ik de ingevroren maaltijden snel kan opwarmen.
Leonard is er erger aan toe. Hij heeft veel zorgen nodig.
Voordat hij in het ziekenhuis lag, kwam een meisje van de mutualiteit hem 1x per dag verzorgen.
Nu ligt hij met een longontsteking op intensieve zorgen.
De zoektocht naar een rusthuis is aan de gang. De dokter zei dat hij waarschijnlijk niet meer eerst naar huis zal komen.
Het wordt echt te veel voor mij om hem thuis te verzorgen. Het is misschien niet mooi om te zeggen, maar ik zal aan één kant echt blij zijn als ik weet dat ik niet meer alleen voor hem moet zorgen.